Wat kun je op de dag van jouw praktijkexamen verwachten?
De lesauto van rijschool IJsselstein Access2Drive komt op de afgesproken tijd voorrijden. Je stapt in en wij zullen om je documenten vragen die je nodig hebt voor het rijexamen! Je stelt je zithouding en spiegels in de goede positie. Meestal nemen we een makkelijke route naar het CBR om je te laten ontspannen. In de meeste gevallen doen we nog één of twee bijzondere manoeuvres. Ook zullen wij de voertuigcontrole nog met je doorlopen. De kans is groot dat de examinator daar vragen over stelt. Daarna ga je richting het CBR in Utrecht om minstens tien minuten voor aanvang van het praktijkexamen aanwezig te zijn.
Wanneer je wordt opgeroepen lopen we samen met jou naar de bureautjes van de examinatoren. De tafelnummers en de naamplaatjes van de examinatoren staan op tafel. Nadat je kennis met elkaar hebt gemaakt, volgt het voorgesprek. Er wordt in het kort uitgelegd wat er van jou verwacht wordt en hoe het praktijkexamen werkt. Uiteraard weet je al lang hoe een rijexamen werkt, omdat je goed door ons bent voorbereid tijdens de rijlessen! We lopen met z’n drieën naar de lesauto. Op ongeveer 25 meter van een lesauto word je gevraag even te stoppen. Dan moet je een nummerbord oplezen (ogentest). Verder kun je wat vragen verwachten over het voertuig. Vervolgens stap je in. Ook dan kun je vragen krijgen over het dashboard.
Het praktijkexamen doe je in de lesauto van rijschool IJsselstein Access2Drive, waar je in gelest hebt!
De totale duur van een rijexamen is ongeveer 55 minuten. Dat is inclusief het voor- en nagesprek, je rijdt dus ongeveer 30 tot 40 minuten!
Je kunt gelijk een zelfstandige opdracht krijgen op de parkeerplaats bij het CBR. Dat kan een opdracht zijn zoals later beschreven. Zo’n opdracht mag maximaal 15 minuten in beslag nemen van het totale examen. Daarna zal de examinator de instructie weer overnemen. Ook zal je twee bijzondere manoeuvres moeten uitvoeren.
Dit kun je verwachten tijdens je praktijkexamen
De zelfstandige opdracht die je kunt verwachten tijdens het praktijkexamen kan bestaan uit één van deze drie onderstaande:
1. Variabele oriëntatiepunten: Dit kunnen zichtbare gebouwen/objecten zijn of de examinator vraagt naar een punt te rijden wat voor jou bekend is, bijvoorbeeld: Het station, school, of het woonadres van een bekende.
2. Clusteropdracht: Een cluster opdracht kunnen 3 tot 5 opdrachten zijn. Bijvoorbeeld: bij het kruispunt links daarna bij het verkeerslicht rechts en vervolgens bij de rotonde driekwart. Dit zijn 3 opdrachten in één zin. Dit kan tot maximaal 5 opdrachten uitgebreid worden. Deze opdracht kun je op ieder moment van de rit krijgen! (Ook kun je een opdracht krijgen om via de wegbewijzering (ANWB borden) te rijden).
3. Navigeren: Je kunt op ieder moment tijdens de rit, de opdracht krijgen om met behulp van een navigatiesysteem te rijden. De examinator geeft een plaats en straatnaam op. Deze dien je zelfstandig te kunnen invoeren. Je kunt niet meer dan één van deze zelfstandige opdrachten krijgen. Indien je niet bij de aangegeven plaats uitkomt, is er geen man overboord. Als je de situatie veilig oplost, kun je evengoed met vlag en wimpel slagen. Het motto is: Zolang je het veilig doet, komt alles goed. Ook kan het gebeuren dat de examinator de opdracht afbreekt wegens tijdgebrek door verkeersomstandigheden.
De bijzondere manoeuvres
De bijzondere verrichtingen zijn vervangen (1 januari 2008) door de bijzondere manoeuvres. Deze dienen geheel zelfstandig uitgevoerd te worden. Dit in tegenstelling tot het oude examen waar je ergens de opdracht kreeg om ‘straatje te keren’ of ‘file te parkeren. Nu dien je geheel op eigen initiatief en inzicht een moment te kiezen om de auto tot stilstand te brengen achter een geparkeerde auto, te keren of te parkeren. Het is mogelijk dat je tijdens jouw eerste praktijkexamen geen bijzondere manoeuvres hoeft uit te voeren, mits je succesvol de tussentijdse toets met goed gevolg hebt afgelegd.
De volgende 3 bijzondere manoeuvres kun je verwachten tijdens het examen. Hier geldt een maximum van 2.
1. Keeropdracht: Het keren in dezelfde straat en in tegengestelde richting weer verder rijden.
2. Parkeeropdracht: Het zelfstandig parkeren, bijvoorbeeld zo dicht mogelijk bij de ingang van een supermarkt of een andere parkeergelegenheid.
3. Stopopdracht: Het parkeren achter een geparkeerde auto en direct weer weg kunnen rijden.
Ook blijft de hellingproef van toepassing in het examen. Deze wordt steekproefsgewijs gevraagd als extra bijzondere verrichting!
Wij besteden veel aandacht aan alle bijzondere verrichtingen tijdens de rijlessen. Want je zal ze nodig hebben bij één van deze opdrachten. Welke verrichting het beste bij een opdracht past, zal je pas zien als je de manoeuvres veel oefent. Dan zal je automatisch de juiste keuze maken wanneer je tijdens het rijexamen de 2 bijzondere manoeuvres dient uit te voeren.
Situatiebevraging:
Als je een verkeerssituatie voorbij bent, kan de examinator daar vragen over
stellen. De examinator kan vragen stellen over de onderstaande 5 criteria:
- Omgaan met het voertuig
- veiligheid
- doorstroming
- sociaal rijgedrag
- milieubewust rijgedrag
Zelfreflectie:
Dit onderdeel houdt in dat je een ingevuld ‘zelfreflectieformulier’ aan de examinator moet overhandigen vóór je het examen gaat afleggen. De examinator bekijkt het formulier pas ná het rijexamen en bespreekt het. Het formulier telt dus niet mee voor de uitslag van je examen!
Op het formulier staan vragen die betrekking hebben op de volgende onderdelen:
- omgaan met het voertuig
- veiligheid
- doorstroming
- sociaal rijgedrag
- milieubewust rijgedrag
Je zult jezelf een cijfer moeten geven van 1 t/m 10: 1= slecht, 10= uitstekend.
Milieubewust rijden:
Tijdens het praktijkexamen wordt van je verwacht dat je milieubewust rijdt. Er word in grote lijnen gelet op de volgende punten:
- schakel tijdig op binnen de bebouwde kom rond de 2000 toeren (diesel)
- buiten de bebouwde kom schakel je op tussen de 2500/3000 toeren (diesel)
- rijd zoveel mogelijk een gelijke snelheid
- rijd met een zo laag mogelijk toerental in een zo hoog mogelijke versnelling
- kijk zo ver mogelijk vooruit zodat je de auto zo lang mogelijk kan laten uitrollen in de versnelling
- zet de motor uit bij stops langer dan een minuut
- je dient voldoende kennis te hebben van de bandenspanning
- Gebruik de cruise control als die in de lesauto aanwezig is.
- Laat niet onnodig de stroomverbruikers aanstaan zoals achterruitverwarming, spiegelverwarming, airco, enzovoorts.
Dit onderdeel telt mee in de beoordeling van je examen. Maar let wel: de veiligheid staat altijd boven aan het lijstje van de examinator. Als je de examenrit veilig en zelfstandig gereden hebt, maar zo nu en dan niet tijdig geschakeld hebt of een enkele keer een bocht in z’n 2de neemt i.p.v. z’n 3de versnelling zal je daar echt niet op zakken!
Al deze onderdelen oefenen we veelvuldig tijdens de rijopleiding, zodat je optimaal bent voorbereid voor je praktijkexamen.
Om een lang verhaal kort te maken; Of je nu naar het vaste punt rijdt of bij een winkelcentrum parkeert, of hoe je in een straat keert, het maakt niet uit. Het gaat erom dat je het zelfstandig doet, rekening houdt met de doorstroming van het verkeer, met de veiligheid en de meest milieubewuste oplossingen zoekt.
Als je terugkomt bij het CBR mag je de leauto altijd vooruit in een vak parkeren. Vervolgens loop je met z’ tweeën of drieën terug naar het bureau van de examinator voor de uitslag. Je krijgt daar direct te horen of je geslaagd of gezakt bent! Als je bent gezakt zal je uitleg krijgen waarom je gezakt bent. Ook dient de examinator tips mee te geven waarmee je je zwakke punten kunt verbeteren. Als je geslaagd bent, kun je een dag later je rijbewijs aanvragen bij de gemeente waar je bent ingeschreven. Na 4 of 5 werkdagen ligt je rijbewijs klaar op het gemeentehuis. Als je geen geduld hebt of je rijbewijs sneller nodig hebt, kun je ook een spoedprocedure aanvragen. Dan heb je je rijbewijs een dag later (tenzij het weekend er tussen zit). Dit kost wel twee keer zo veel als de normale prijs.
Voor de leerlingen die extreme last van faalangst of zenuwen hebben, zijn er, op doktersadvies, medicijnen te verkrijgen. Meestal is dat Inderal (Propranolol). Ook kunnen er homeopathische middelen worden voorgeschreven. Ook kan een faalangst examen misschien uitkomst bieden.
Wat heb je nodig tijdens jouw praktijkexamen?
- een geldig legitimatiebewijs
- examenoproep
- eventueel je uitslagformulier van je TTT (Tussentijdse toets)
- zelfreflectie formulier
Let op: als het legitimatiebewijs niet geldig is, gaat het praktijkexamen niet door!